Mijn handen rood,
bloed druipt van mijn lemmet
twee ronde stompjes
tekenen de plek waar
eens mijn vleugels waren
Veren dwarrelen
langs en om me heen
en op de grond liggen
de resten
van mijn laatste
waardigheid.
De strijdbijl heb ik neergelegd
de strijd heb ik verloren
De grond wordt zwart
het bloed dat stolt
en ik vergetend
dat ik niet meer kan vliegen
klim naar de hoogste hoogte
strek mijn armen uit
en geniet
omdat vliegen niets
meer is
dan gecontroleerd
vallen