Ik kan er niet tegen als het stil is. Er moet iets van geluid zijn. Een zuchtje wind dat de bladeren ruisen laat. Het gefluit van vogels, het lawaai van een groep spelende kinderen. Het maakt eigenlijk niet uit, als het maar geluid is. Ik kan niet tegen stilte omdat ik bang ben gefluister te horen. En gefluister maakt mij angstig.

Mijn angst voor gefluister is niet zomaar begonnen. Het begon allemaal op een stralende zondagmorgen.

Vanuit het raam zat ik te kijken naar een paar zwanen die een verliefde paringsdans op de vijver deden. Hij bleef telkens om haar heen draaien. Zijn vleugels prachtig gekruld zoals alleen zwanen dat kunnen. Langzaam beroerde zijn hals de hare en zij beantwoorde het door hetzelfde gebaar. Wegdromend bij de zwanen , het mooie weer en het schitterend uitzicht, werd ik plots opgeschrikt. Mijn mobiele telefoon gaf aan dat er een noodoproep was. Me met moeite losmakend van het beeld voor mijn ogen, nam ik mijn telefoon op.

Het was mijn assistente. De zoon van een van mijn patiënten had gebeld dat het niet zo goed ging met zijn moeder. Na haar verhaal aangehoord te hebben besloot ik direct in mijn auto te stappen en naar haar toe te rijden. Ik belde aan bij haar huis en de zoon deed open. Zijn gezicht stond bezorgd en gehaast legde hij uit wat er gebeurd was.

Hij had zijn moeder gisteren nog gesproken en ze zou nog bezoek krijgen, nadat hij haar plechtig had moeten beloven om bij haar langs te gaan had hij opgehangen. Vandaag was hij zijn afspraak nagekomen , maar zijn moeder deed niet open. Hij had haar reservesleutel gebruikt om naar binnen te komen en was geschrokken toen hij zijn moeder aantrof.

Daarna had hij gelijk mijn assistente gebeld. Na geduldig het verhaal aangehoord te hebben was het tijd om zijn moeder te bezoeken.

Er hing een vreemde sfeer in de slaapkamer. Precies beschrijven kan ik het niet. Het lijkt nog het meest op het binnenkomen in een kerk. Een plek die ontzag uitoefent maar dit was meer op een bizarre en beangstigende manier. Ze lag op het bed met haar ogen open naar het plafond te staren. Althans haar ogen waren naar het plafond gericht, maar ze leek niets te zien. Ze had niet eens gereageerd toen we binnenkwamen. Uit haar mond steeg een constant zacht gefluister van onverstaanbare woorden op. Ze reageerde niet op de standaard tests. Ze volgende niet met haar ogen en leek niets te horen of the voelen. Het gefluister bleef ondertussen echter maar doorgaan. Zelfs geen reactie toen ik haar prikte om een buisje met bloed af te nemen. Lichamelijk leek ze verder prima in orde te zijn, haar hartslag was prima en bloeddruk was ook niets op aan te merken.

Terwijl ik mijn tas inpakte leek ze even te veranderen. Haar zoon kwam dichterbij en ze kwam omhoog en het gefluister werd harder. Ze greep hem vast en bracht haar hoofd dicht bij zijn oor en ze fluisterde. Er was niet te verstaan en haar zoon haalde dan ook onbegrijpelijk zijn schouders op. Net zo plotseling als ze overeind gekomen was zakte ze weer achterover en verstomde het gefluister.

Ik besloot de ambulance te bellen om de vrouw in het ziekenhuis te laten controleren op hersenbeschadiging. Bij het verlaten van de woning beloofde ik haar zoon er alles aan te doen om uit te vinden wat er aan de hand was. Het hele geval puzzelde me as het een hersenbeschadiging geweest was had er meer uitval moeten zijn. Helaas kon ik weinig anders dan de uitslagen van de test afwachten

Het was verder een rustige dag. Heerlijk weer dus ik ging met een goed boek en een lekker glas wijn buiten zitten. De dag vloog voorbij. Met de klok van elf besloot ik moe maar voldaan mijn bed in te gaan. Midden inde nacht werd ik opnieuw opgeschrikt door mijn mobiel. Met slaperige en half open ogen keek ik naar de wekker 3.56 veel te vroeg. Ik nam met een slaperige kop mijn mobiel op.

Het was de vrouw van de man die ik eerde op de dag bij zijn moeder gezien had. Ze klonk in paniek. Ik probeerde haar wat te kalmeren en uit te vinden wat er aan de hand was. Ze vertelde dat haar man zich bij het eten al vreemd gedragen had. Hij had nauwelijks iets gezegd en had in het niets zitten staren.Ze had er weinig achter gezocht omdat ze dacht dat hij zich druk maakte om zijn moeder. Midden in de nacht was ze wakker geworden omdat ze geluid naast zich hoorde. Toen ze zich omdraaide zag ze haar man met zijn ogen naar het plafond gericht liggen staren en hij bleef maar fluisteren. Ik beloofde haar zo snel mogelijk een ambulance te sturen.

Van het ziekenhuis kreeg ik te horen dat er geen ambulance beschikbaar was. Dit was vreemd aangezien het tijdstip en omdat allebei de ambulances meer dan voldoende waren voor de omgeving.  Ze bleken allebei in gebruik te zijn omdat er in de hele omgeving meldingen binnenkwamen. Het bleken allemaal soortgelijke gevallen te zijn. ‘ Ik word gek van het gefluister op de zaal ‘ vertrouwde de verpleegster me toe. Ik kleedde me snel aan en stapte in de auto en reed zo snel als ik kon naar het ziekenhuis.

Drie kwartier later stond ik bij de balie. Op mijn vraag om naar de zaal te mogen kwam een vreemde reactie. ‘ Natuurlijk, maar verwacht niet dat er iemand met je meegaat. Er is niemand die de zaal meer dan een keer binnengaat. Met een angstig voorgevoel liep ik naar de mij aangewezen zaal.

Mijn haren gingen overeind staan toen ik over de drempel stapte. Het was nog erger dan bij de vrouw thuis. Er hing een geladen sfeer in de lucht. Alles in de kamer straalde uit’ Je hoor hier niet, ga weg. Je bent hier niet op je plaats.’ Stap voor stap liep ik verder de kamer in . Uit alle bedden steeg een monotoon gefluister op. De onverstaanbare woorden en zinnen gelijkmatig en tegelijkertijd uit verschillende monden te horen komen was angstaanjagend. Terwijl ik langs de bedden liep hieven de mensen zich even op en strekten hun handen naar me uit. Het gefluister werd luidruchtiger. Ik kon weinig voor ze doen en moest hier weg. De drukkende sfeer en het gefluister waren teveel.

Thuisgekomen schonk ik een groot glas whiskey in en probeerde in mijn stoel een beetje bij te komen. Ik weet niet hoe lang ik daar nog gezeten heb, maar uiteindelijk ben ik toch in slaap gevallen.

Gewekt door de eerste stralen van de zon werd ik wakker. Het koude nachtzweet nog in mijn kleren. Mijn hoofd voelde alsof ik de hele nacht had zitten drinken. Als ik mijn ogen sloot zag ik opnieuw de zaal voor me en hoorde het gefluister.

Ik schudde het nare gevoel van me af en maakte me klaar om mijn dag te beginnen. De telefoon ging opnieuw. Ik kon wel raden wat het was. Nog meer nieuwe gevallen. Ik nam de telefoon op en hoorde helemaal niets.  Daarna begon het. Zachtjes gefluister dat steeds harde werd. Het gedreun in mijn hoofde begon weer. Dreunend in samenspraak met het gefluister in de hoorn. Het bleef zicht herhalen. Telkens maar herhalen.

Ik kon maar een ding doen. Ik moest weg. Ik stapte in mijn auto en bleef rijden tot het gefluister in mijn hoofd verstomde. Het is nu al dagen stil, maar ik durf niet meer terug. Mijn telefoon staat uit.

Ik ben eraan ontsnapt. Geen idee hoe. Geen gefluister. Geen gefluister.

Ik kan er niet tegen als het stil is omdat ik bang ben gefluister te horen

 

By admin